Mogelijke oorzaken:
Adapter is van de magneetring afgegleden
De buismotor controleert het toerental van de motor en de as tijdens het rijden.
De adapter kan van de magneetring op de aandrijfkop zijn geschoven. Controleer of de adapter vlak voor de aandrijfkop zit en volledig in de wikkelas is gestoken (zie instructies).
De motor moet altijd volledig in de wikkelas zitten. De lengtecompensatie of -correctie wordt ingesteld via de positie van de rolcapsule.
Als de motor is aangepast aan een andere asmaat, controleer dan of de oude adapter is verwijderd en vervangen door de nieuwe.
De obstakeldetectie reageert hoewel er geen obstakel is.
-
Het rolluik is mogelijk te licht. Het moet gemakkelijk te bewegen zijn en een geschikt valgewicht hebben.
Oplossing:
Verzwaar de onderste rolluiklat (bijvoorbeeld met een platte staaf).
-
De wikkelas is te vast gemonteerd. De wikkelas is meestal vastgezet met een schroef in de rolcapsule.
Het is mogelijk dat de as bij het vastzetten te vast zat en daardoor niet meer soepel loopt. Oplossing: Maak de rolcapsule los en steek hem ca. 2-3 mm verder in de rolas en zet de capsule weer vast met een schroef.
De motor is mogelijk uitgeschakeld via de thermische beveiliging.
De motor heeft een korte werking (KB) van 4 minuten en schakelt daarom automatisch binnen korte tijd uit als hij meerdere keren draait. Oplossing: Laat de motor ca. 30 minuten afkoelen.
Motor heeft zichzelf verkeerd gekalibreerd:
In sommige gevallen kan de motor zichzelf verkeerd hebben gekalibreerd.
Oplossing: