De functie wordt ondersteund door de kamerthermostaat versie 2 in combinatie met radiatoractuators versie 2.
Een kamerthermostaat 2 kan tot 20 DuoFern radiatoractuators 2 centraal aansturen. De afzonderlijke radiatoractuators 2 zijn geregistreerd bij de kamerthermostaat. De setpoint-temperatuur wordt identiek gebruikt voor alle radiatoraandrijvingen 2. Bij deze toepassing hebt u ook de mogelijkheid om aan te geven of de actuele temperatuur ook door de ruimtethermostaat of door de betreffende radiatoraandrijving wordt gemeten. In de regel is het zinvol de temperatuur door elke radiatoractuator 2 zelf te laten meten, maar als de actuatoren in nissen of zeer koude muren worden gebruikt, kan de gemeten temperatuur afwijken. In dit geval kan de werkelijke temperatuur van de kamerthermostaat worden gebruikt.
De omschakeling gebeurt op de betreffende radiatoraandrijving in het menupunt SEn = Sensor extern.
UIT = meting in de radiatoraandrijving,
AAN = meting in de kamerthermostaat.
De bediening kan plaatsvinden via de ruimtethermostaat zelf of via de HomePilot. Als de HomePilot wordt gebruikt voor tijdregeling, wordt item 1 geselecteerd in menuonderdeel 9-9-2.