Activeer aanmeldingsmodus:
Voordat DuoFern-apparaten met de centrale bedieningsunit kunnen worden bediend en geconfigureerd, moeten ze eenmalig op de centrale bedieningsunit worden aangesloten. Om dit te doen, worden beide apparaten in de aanmeldingsmodus gezet.
1. Open het menu van de centrale door één keer op de menuknop (klein huisje) te tikken. Selecteer vervolgens Instellingen > Radio > Apparaten registreren > Apparaten zoeken.
2. Zodra u op de OK-toets drukt, schakelt de centrale over naar de registratiemodus en zoekt naar nieuwe apparaten. De LED rechtsboven knippert groen tijdens deze fase.
3. Zet nu het betreffende DuoFern apparaat in de registratie modus.
4. Zodra het apparaat door de centrale bedieningseenheid is gevonden, wordt het weergegeven. U kunt op dit punt direct meer apparaten registreren of de registratie beëindigen met de OK knop.
5. U hebt nu de mogelijkheid om een naam toe te kennen aan het geregistreerde apparaat. Sla de naam op door het kleine schijfje rechtsonder te selecteren en te bevestigen met OK.
6. In de volgende stap wordt de eenheid aan ten minste één groep toegewezen. Selecteer de gewenste groep en druk op de OK toets. Het vinkje rechts geeft aan of de eenheid al dan niet deel uitmaakt van de groep. Het toestel wordt altijd eerst aan groep 1 toegewezen. Bevestig de selectie door op de toets Omlaag te tikken tot het schijfje rechtsonder donker wordt en druk dan op de toets OK.
Activeer de inlogmodus met de radiocode:
Met behulp van de radiocode kunt u de DuoFern actuators/radiobuismotoren rechtstreeks aansturen en aansluitenop de handbediening. Dit is een groot voordeel bij de registratie van apparaten die moeilijk toegankelijk zijn. U vindt de radiocode op de achterkant van de betreffende DuoFern-actuator of op een etiket.
Let op! In elke actuator/radiobuismotor is de radiocode actiefgedurende ca. 120 minutenna het inschakelen van de stroomvoorziening.
7. Ga te werk zoals beschreven in stap 1, maar selecteer vervolgens de radiocodefunctie.
8. Voer de radiocode in en selecteer dan de disk rechtsonder.
Zodra het toestel is gevonden, gaat u verder zoals beschreven in punt 5.