Instellingen zoals automatische functies, looptijd, ventilatiestand, zonnestand, enz. kunnen comfortabel worden uitgevoerd op een Windows-computer in combinatie met de centrale bedieningseenheid en de ConfigTool. Hiervoor sluit u de centrale via een USB-kabel (mini-USB > USB) aan op de computer en start u vervolgens de ConfigTool.
U kunt dit hier downloaden.
De actuatorconfiguratie kan worden opgeroepen door op het rechtersymbool te klikken. De geregistreerde apparaten worden uitgelezen uit de centrale bedieningseenheid en individueel geconfigureerd in de volgende zes stappen. Aangezien de instellingen direct in de betreffende actuator worden opgeslagen, is er geen gegevensoverdracht nodig.